noordse stern trek

Noordse Stern

Verspreiding en trends, verspreiding.

Deze kaart is gebaseerd op landelijke tellingen van kolonievogels en zeldzame broedvogels (Meetnet Broedvogels). Per atlasblok van 5x5 km is het aantal broedparen gegeven.

Kaart opnemen in eigen site?

Deze kaart is gebaseerd op de Atlas van de Nederlandse Vogels (1987). Per atlasblok van 5x5 km wordt een schatting van de aanwezige aantallen gegeven.

Aantalsontwikkeling

Broedvogeltrend.

Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Broedvogels (kolonies en zeldzame broedvogels). Weergegeven is de jaarlijkse populatie-index, gebaseerd op de gehele populatie of aantallen in de belangrijkste broedgebieden (rode punten) en de trendlijn (donker gekleurde lijn).

zeevogeltrend

Deze grafiek is gebaseerd op systematische waarnemingen van trekkende vogels (seizoen juli t/m juni). Weergegeven is het uurgemiddelde (rode punten), de trendlijn (donker gekleurde lijn) en het 95% betrouwbaarheidsinterval van de trendlijn (lichtgekleurde lijn).

Broedsucces en overleving

Jongenproductie.

Deze grafiek is gebaseerd op het Reproductiemeetnet Waddenzee. Weergegeven is het gemiddeld aantal uitgevlogen jongen per gestart nest (met 95% betrouwbaarheidsinterval).

Seizoensvoorkomen

Seizoenspatroon.

Deze grafiek is gebaseerd op systematische waarnemingen van trekkende vogels Weergegeven is het gemiddeld aantal per maand in de laatste vijf seizoenen, met onderscheid naar vogels die naar links en rechts vlogen.

Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Nestkaarten. Weergegeven is de gemiddelde jaarlijkse datum waarop het eerste ei is gelegd (met 95% betrouwbaarheidsinterval).

Beschrijving voorkomen

Buiten broedtijd.

De eerste Noordse Sterns arriveren begin april. Eind april en in de eerste helft van mei vindt een doortrekgolf plaats. De najaarstrek verloopt meer geleidelijk, met de meeste trek in juli-augustus en een uitloop tot begin oktober. Winterwaarnemingen zijn zeldzaam. Ook buiten de broedtijd worden Noordse Sterns voornamelijk langs de kust gezien. Relatief veel binnenlandwaarnemingen vallen tussen half april en half mei, onder weersomstandigheden die de trek stagneren (zware regen, tegenwind).

• Lees recente informatie in het Watervogelrapport

Nederland ligt aan de uiterste zuidgrens van het broedgebied. Dit verklaart ten dele de grote jaarlijkse aantalsverschillen: in daljaren enkele honderden broedparen en in piekjaren bijna 2000 paren. Dit was in het verleden vermoedelijk niet anders, maar de aantalsontwikkeling vóór 1990 is door determinatieproblemen minder goed gedocumenteerd dan bij andere sterns. Mogelijk was de soort, net als Grote Stern en Visdief, voor de crash van de jaren zestig (veroorzaakt door waterverontreiniging) talrijker dan nu. De huidige broedpopulatie zetelt voornamelijk in het Waddengebied, met slechts enkele tientallen broedparen in het Deltagebied. Broedgevallen in het IJsselmeergebied en rond Amsterdam worden recent niet meer vastgesteld.

• Lees recente informatie in het Broedvogelrapport

Vogelrichtlijn

Staat van instandhouding.

Methodiek voor de bepaling van de Staat van instandhouding van vogels

Bron: Bouwsteen ten behoeve van het Strategisch Plan Natura 2000. Zie Kerninformatie op deze pagina.

niet-broedvogel

Aangewezen gebieden, kerninformatie (1).

Deze factsheet bevat ecologische kerninformatie over een vogelsoort die betrokken is bij de doelen voor Natura 2000-gebieden, resulterend in beleidsadviezen voor het halen van de doelen van de Europese Vogelrichtlijn. Bij sommige vogelsoorten zijn factsheets opgesteld voor twee populaties, namelijk de broed- én de doortrek- en/of winterpopulatie. Elke factsheet gaat in op de Staat van Instandhouding (SvI), de eventuele opgave om de populatie op een gunstig niveau te brengen, de belangrijkste knelpunten en op (potentiële) verbetermaatregelen. Voorts wordt ingegaan op het deel van de populatie dat verblijft in het Natura 2000-netwerk, het overige Natuurnetwerk Nederland (NNN) en overige gebieden, en op het regionaal/provinciaal belang.

• A194 Noordse Stern broedvogel (Bouwsteen ten behoeve van het Strategisch Plan Natura 2000)

Telrichtlijnen

Broedvogels.

Nesten tellen, evt. volwassen individuen/paren op broedplaats tellen.

Tijd van het jaar

Begin mei t/m eind juli

Tijd van de dag

Tellen van nesten de gehele dag, tellen van volwassen individuen of paren (kleine kolonies) het best in de vroege ochtenduren of late namiddag-vroege avond (binnenland) en bij hoog water (getijdengebieden).

Datumgrenzen, normbezoeken en fusieafstand

Aanwijzingen.

Minimaal eenmaal nesten, paren of volwassen individuen op de broedplaats tellen, bij voorkeur half juni. Nesten zijn soms (bijv. kwelderrand) vanaf verhoging (duintje) goed te tellen. Let op voedselvluchten (tot meer dan 10 km van de kolonie) en vogels op potentiële broedplaats. Bij solitaire paren en kleine kolonies kunnen alarmerende paren worden geteld, maar controleer of het inderdaad een broedplaats betreft. Noordse Sterns en Visdieven nestelen soms in gemengde kolonies, maar vaak in afzonderlijke gedeelten. Noordse Sterns broeden dan in de kale delen (op afstand telbaar), de Visdieven meer in de vegetatie (lastiger telbaar). De eieren van beide soorten zijn in het veld niet met zekerheid van elkaar te onderscheiden.

Documentatie

Vrijwel uitsluitend in het Wadden- en Deltagebied, een hoogst enkele keer in het IJsselmeergebied. Broedgevallen buiten de bekende gebieden verdienen goede documentatie (liefst met foto's van de vogels, geef ook hoogste broedcode).

Bijzonderheden

Wees bedacht op foeragerende en alarmerende vogels tot op een afstand van enkele km van de broedplaats. Vestigingen tot half juni; vanaf eind juni kan de broedplaats worden verlaten. Door overstroming of verstoring soms verplaatsingen. In de vestigingsperiode gevoelig voor verstoring. Felle reactie op binnendringers! Soms solitair broedend in of nabij kolonies van Kokmeeuw (let op geluid).

Broedbiologie

Vrijwel uitsluitend in zoute milieus. Biotoop: schaars begroeide (zand)platen, strandvlakten, kwelders, schorren, lage duintjes, duinvalleien. Eén broedsel per jaar. Meestal 2 eieren, broedduur 21-22 dagen, jongen vanaf tweede dag uit nest kruipend en vliegvlug na 21-24 dagen. Eileg eind april tot eind eind mei, piek begin mei.

Nestonderzoek

Hieronder worden aanwijzingen gegeven om nesten te vinden en hun lotgevallen te volgen. Ze zijn uitsluitend bedoeld voor onderzoek in het kader van het Nestkaartenproject of verwante projecten. Belangrijk: ga niet zelf op pad (nesten zoeken is verboden), maar meld je aan bij Sovon ([email protected]). Voor het nestonderzoek is namelijk een speciaal registratiebewijs nodig, waarmee je geen ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet nodig hebt. Voor beschermde soorten in voor het aangewezen Natura 2000-gebieden heb je daarnaast een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet nodig om de nesten te mogen bezoeken. Nesten zoeken zonder registratiebewijs en/of vergunning is illegaal, los van de zelf te regelen toestemming van de terreineigenaar. De onderzoeker wordt geacht zich volledig te houden aan de aanwijzingen in de projecthandleiding. Zie https://sovon.nl/nestkaart

Half mei tot eind juli. Legpiek van eind mei tot in juli. Eén broedsel per jaar.

Nesthabitat

In nabijheid van de kust op zandige of stenige terreinen, zowel natuurlijke plekken (zandbanken, kwelders/schorren, primaire duintjes) kunstmatige (industrie- of bouwterrein, pier).

Grondnest, slechts bestaande uit uitgekrabd ondiep kuiltje, soms met wat versiering (plantenmateriaal, veertjes, steentjes). Doorgaans open gelegen, soms wat meer verstopt in vegetatie.

Meestal in kolonies of met enkele paren bijeen broedend, vaak samen met Visdief (beide soorten wat apart van elkaar), soms met andere sterns of meeuwen, ook wel solitair broedend tussen Visdieven. Baltsvoedering vaak aanwijzing voor broedplaats (maar visjes kunnen ver van nestplek gevangen worden; let op vliegrichting). Broedende vogels bij zorgvuldig afzoeken van terrein (kijker) doorgaans goed zichtbaar, maar let op meer verstopte nesten (kop of staartpunt broedende vogel zichtbaar). Nesten in kleine kolonies bij bezoek onopvallend markeren (of intekenen op gedetailleerde veldkaart) om bij later bezoek terug te vinden. Nesten controleren in grotere kolonies is specialistenwerk (enclosures), neem daarvoor contact op met [email protected].

Toestemming terreineigenaar uiteraard essentieel. Uiterst terughoudend zijn met betreden van kolonie (en nooit bij regen of lage temperatuur); bezoektijd zo kort mogelijk houden (vooral in vestigingsfase) en bij iedere stap uitkijken (ook voor goed gecamoufleerde jongen). Alleen doen bij kleine kolonies op weinig verstoringsgevoelige plekken. Grotere kolonies overlaten aan specialisten (neem bij serieuze interesse contact op met [email protected]).

In gemengde kolonies niet altijd gemakkelijk te onderscheiden van Visdief. Let op roep (korter dan Visdief) en verschillen in kleedkenmerken. Indringers in kolonie (waaronder nestcontroleurs) worden fel aangevallen door broedvogels, soms tot bloedens toe; draag hoed of houd stok ter bescherming verticaal (top 30 cm boven hoofd). Bijzonder felle vogels hebben nest of jongen op korte afstand van waarnemer. Onder invloed van stormvloeden kunnen kolonies zich makkelijk verplaatsen, of gaan vogels over tot vervolglegsels.

Integrale gebiedstelling

April-begin juni en juli-oktober.

Van 1 uur na zonsopgang tot 2 uur voor zonsondergang, tijdens hoogwater.

- Alle geschikte terreindelen bezoeken - Alleen vogels met terreinbinding tellen (dus niet hoog overvliegende) - Min of meer vaste route door terrein, maar alert zijn op nieuw ontstane (tijdelijk) geschikte plekken - Min of meer gelijke tijdsinspanning bij herhaalde bezoeken - In getijdengebieden verplaatsingen onder invloed van getij

- Solitair of in groepen tot vele tientallen - Vaak samen met andere sterns - Vogels op hoogwatervluchtplaatsen en slaapplaatsen doorgaans amper te onderscheiden van Visdieven - Eventueel dan steekproefsgewijs uittellen (vermeldt dit!) - Slaapplaatsen juli-september met Visdieven - Normaliter zeer schaars in binnenland, maar eind april-half mei bij verslechterende weersomstandigheden soms influx

Publicaties (14)

• Zenderonderzoek aan Visdieven en Noordse Sterns op broedeiland Stern in 2022
• Broedvogels en broedsucces van Visdief en Noordse Stern op het broedeiland Stern in de Eems in 2022
• Nieuwsbrief zeetrektellingen nr 3 - sept 2022
• Zenderonderzoek aan Visdieven en Noordse Sterns op broedeiland Stern in 2021
• Kernnisoverzicht Noordse Stern
• Broedsucces van kustbroedvogels in de Waddenzee in 2019
• Broedvogels en broedsucces van Visdief en Noordse Stern op broedeiland Stern in 2020
• Kustbroedvogels gevolgd
• Broedsucces van kustbroedvogels in de Waddenzee in 2018
• Broedvogels en broedsucces van Visdief en Noordse Stern op broedeiland ‘Stern’ in 2019
• Broedvogels en broedsucces van Visdief en Noordse Stern op het broedeiland ‘Stern’ in de Eems in 2018
• Broedsucces van kustbroedvogels in de Waddenzee in 2017
• Broedsucces van kustbroedvogels in de Waddenzee in 2007 en 2008

Externe links (2)

• vogelbescherming.nl
• waarneming.nl

Meer over de Noordse Stern

Wadvogels beschermen op basis van actuele kennis.

Beschermen kan niet zonder kennis. Zonder informatie over bijvoorbeeld het leefgebied, de aantallen, het broedsucces en het voedsel van bedreigde soorten heb je geen idee of de maatregelen die je neemt de vogels echt helpen. Met Wij&Wadvogels onderzoekt Sovon met andere organisaties de meest kwetsbare broedvogels van de Waddenzee. Een update.

Trekwegen Noordse Stern in kaart gebracht

Nederlandse Noordse Sterns blijken minstens 90.000 kilometer per jaar te vliegen tijdens de trek.

Deze gegevens zijn vrij te gebruiken, mits de bron zoals die in de figuren staat aangegeven en www.sovon.nl worden genoemd.

Disclaimer Sovon Vogelonderzoek Nederland besteedt de uiterste zorg aan de betrouwbaarheid van de gepubliceerde gegevens en informatie. Deze kunnen aan wijzigingen onderhevig zijn en onjuistheden kunnen voorkomen. Uit discrepanties met eerder door Sovon geleverde gegevens en informatie ter uitvoering van natuurbeleid - of bewerkingen daarvan - kunnen geen conclusies worden getrokken. Aan de op de website gepresenteerde gegevens en informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Sovon en haar directe bronhouders (aanleveraars van de gegevens) aanvaarden geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van gegevens of informatie zoals vermeld op deze website.

Informatie en legenda

Rode Lijst: aanduiding van de positie op de Rode Lijst (uitgave 2017)

Ramsar 1%: de vigerende 1% norm voor watervogels, zoals vastgesteld door Wetlands International.

Broedpopulatie: de meest recente schatting van het aantal paren broedvogels, met jaar van opgave.

Geschat maximum winter: de meest recente schatting van het aantal overwinterende vogels (individuen), met periode waarop deze schatting is gebaseerd.

Geschat maximum doortrek: schatting van het aantal doortrekkende vogels (individuen), op basis van de meest recente trektelgegevens.

De hierbij getoonde aantallen betreft landelijke informatie.

Fotograaf: Harvey van Diek

Foto-omschrijving: Noordse Stern roepend. Griend, mei 2001.

Opnemen in je eigen site?

Plaats onderstaande code in html om de default kaart voor deze soort via een img tag te tonen.

Voorbeeld bekijken (in nieuw tabblad)

Plaats onderstaande code in html om de binnen een iframe te tonen. Laat de width waarde in de src (eg. ) overeenkomen met de iframe width om de inhoud binnen het iframe te laten passen.

Noordse stern

Inhoudsopgave

Snelle feiten

Classificatie.

Wetenschappelijke naam:

Sterna paradisaea |

Meeuwen en sterns

Instandhouding:

33cm tot 35cm

Spanwijdte:

75cm tot 85cm

95 gram tot 120g

Hoe ziet een Noordse stern eruit?

Noordse sterns zijn middelgrote vogels, met een algemeen uiterlijk van witachtig grijs verenkleed en een gitzwarte dop. Hun schouderblad is bruin omzoomd, met sommige witpunt. De bovenvleugel is grijs met een witte voorrand. Ze hebben grijze buitenste webben op hun diep gevorkte, witachtige staart, die eindigt in elegante staartstreamers die een lengte van 11,5 cm kunnen bereiken. Hun witte vliegveren lijken van onderaf doorschijnend. In de zomer zijn volwassenen lichtblauwgrijs boven en wit onder, maar met een schemerige grijze was op borst en buik. De poten en voeten van de noordse sterns zijn koraalrood in de zomer en donkerder in de winter. Tijdens het broedseizoen verliest hun lange, kenmerkende bloedrode snavel zijn zwarte punt. Het meest in het oog springende verschil tussen volwassenen en juvenielen is dat jonge vogels zwarte poten en snavel hebben en niet de rode kleur van de volwassenen. Tijdens hun eerste zomer zijn hun petten kleiner, met meer wit op de kroon. Ze hebben een wit voorhoofd en hun verenkleed is er lichtgrijs van. Juvenielen hebben ook een opvallende donkere balk aan de voorkant van hun vleugels. Noordse sterns brengen het grootste deel van hun leven in de lucht door, dus hun benen zijn kort en relatief zwak.

Noordse stern op een paal

Hoe klinkt een Noordse stern?

Arctische sternkolonies zijn erg luidruchtig en zullen worden gevuld met de schrille, nasale, raspende tonen en korte, scherpe alarmroep van de vogels.

Poolstern roepen

Peter Stronach, XC597548. Bereikbaar op www.xeno-canto.org/597548.

Wist je dat?

Noordse sterns worden ook wel ‘zeezwaluwen’ genoemd vanwege hun staartstreamers en vluchtsilhouet.

Wat eet een Noordse stern?

Noordse sterns eten zeevissen, schaaldieren en af en toe insecten.

Noordse stern met vis

Waar kan ik noordse sterns zien?

Noordse sternkolonies zijn voornamelijk beperkt tot kusten, waar grasachtige eilanden de voorkeur genieten. In het Verenigd Koninkrijk is de beste plek om ze te zien de Farne-eilanden in Northumberland of op de noordelijke eilanden. Ze beginnen eind april tot mei terug te komen van Antarctica en passeren soms landinwaarts door Midden-Engeland. Tijdens deze voorjaarspassage zijn ze te vinden bij stuwmeren in het binnenland. Tijdens de herfst, als ze na het broeden naar het zuiden gaan, kijk dan uit voor hen rond de kust.

Borden en spotting tips

Noordse sterns kunnen moeilijk te scheiden zijn van de visdief, maar ze hebben een kortere snavel en kop. Hun vlucht is vaak elastischer en sierlijker stuiterend dan die van de visdief. De noordse stern duikt vaak met een getrapte zweef, laat korte afstanden vallen en zweeft opnieuw voordat hij de laatste duik neemt; soms zullen ze prooien van het wateroppervlak rukken. Ze hebben een opvallende gevorkte staart met staartstreamers.

Hoe broedt een Noordse stern?

Noordse sterns broeden op meren, rivieren en toendra en keren over het algemeen elk jaar terug naar dezelfde kolonie. Noordse sterns paren voor het leven. Hun relatie begint met een uitgebreid verkeringsritueel waarbij het vrouwtje het mannetje hoog in de lucht zal jagen en langzaam zal afdalen. Daarna volgt een ‘visvlucht’ waarbij het mannetje vis aan het vrouwtje zal aanbieden. Het nest van de noordse stern is ondiep, ongevoerde schraap. Het vrouwtje legt een legsel van 2-3 eieren die bleek zijn, afwisselend gevlekt en gekrabbeld met een donkerbruine camouflage. Eieren worden gedurende 20-27 dagen bebroed. Eenmaal uitgekomen, worden kuikens de eerste tien dagen door de volwassenen gebroed. Volwassenen zullen één broedsel per jaar grootbrengen. De vogels bereiken geslachtsrijpheid op 4-jarige leeftijd.

Hoe lang leeft een Noordse stern?

Ze leven meestal 20 jaar. Studies tonen aan dat meer dan de helft van de soorten voorbij hun 30 zal leven Þ verjaardag

Migreren noordse sterns?

Noordse sterns zijn misschien wel de belichaming van trekvogels. Ze zijn een circumpolaire soort en reizen elk jaar van paal naar paal om te profiteren van een dubbele zomer. Populaties overwinteren in antarctica en reizen dan minimaal 12.000 mijl terug. Gemiddelde migraties zijn ongeveer 30.000 mijl. Eén vogel werd geregistreerd als vliegend 57.000 mijl in de loop van de migratie naar en foerageren op Antarctica. In het Verenigd Koninkrijk, de noordse stern is een zomerbezoeker, die aankomt van eind april tot oktober.

Voor meer informatie over de migratie van Noordse sterns, bekijk deze gids.

De noordse stern heeft de langste trek van alle vogels.

Bedreigingen en behoud

Er zijn momenteel naar schatting 53.000 broedparen van noordse sterns in het Verenigd Koninkrijk, waar ze een amberbeschermingsstatus hebben. Vanwege de afhankelijkheid van de soort van een gezond marien milieu, is deze beïnvloed door een afname van de visbestanden.

Noordse stern Land Distributie

Gerelateerd.

Noordse Stern: Kenmerken en Migratiepatronen

Share This Article

Sed ut perspiciatis unde.

De noordse stern, met zijn wetenschappelijke naam Sterna paradisaea , is een wonder van de natuur. Het’s een vogelsoort die bekend staat om zijn indrukwekkende migratiereizen, waarbij het soms wel 90.000 kilometer per jaar aflegt. Dit maakt de noordse stern tot de vogel met de langste trekroute ter wereld.

Wat mijn fascinatie voor deze soort echt aanwakkert, is hun uithoudingsvermogen en navigatievermogen. Ze reizen van hun broedgebieden in het Noordpoolgebied naar de Antarctische wateren, een tocht waarbij ze letterlijk van de ene pool naar de andere vliegen. Hun levensduur is al even opmerkelijk; sommige noordse sternen worden meer dan 30 jaar oud.

Het unieke aanpassingsvermogen van deze vogels laat zien hoe ingrijpend migratiepatronen kunnen zijn in het dierenrijk. De noordse stern heeft speciale eigenschappen ontwikkeld om te overleven tijdens lange tochten over open zeeën en door extreme weersomstandigheden. Hun slanke lichaam en lange vleugels zijn perfect aangepast voor efficiënt vliegen over grote afstanden wat hen onderscheidt als echte globetrotters onder de vogels.

Table of Contents

Wat is een Noordse stern?

De Noordse stern, ook bekend onder de wetenschappelijke naam Sterna paradisaea , is een vogel die bekend staat om zijn indrukwekkende migraties. Ze brengen hun zomers door in het Arctisch gebied en vliegen dan naar Antarctische wateren gedurende onze winter. Deze reis maakt hen tot de vogels met de langste jaarlijkse trekroute ter wereld.

• Uiterlijke kenmerken: De Noordse stern heeft een slank lichaam, lange vleugels en een gevorkte staart. Hun verenkleed is voornamelijk grijs-wit met een zwart kapje op het hoofd tijdens het broedseizoen.
• Grootte: Gemiddeld hebben ze een lengte van ongeveer 33 tot 36 cm, met een spanwijdte van 65 tot 75 cm.

Hun voeding bestaat vooral uit visjes die ze behendig uit het water pikken na spectaculaire duikvluchten. Een interessant feitje is dat deze vogels tijdens hun leven meermaals naar de maan en terug kunnen vliegen als je al hun migratiekilometers bij elkaar optelt!

Ze nestelen in kolonies op grondige stranden of eilanden waarbij beide ouders intensief voor de jongen zorgen. Het zijn territoriale dieren, die soms agressief kunnen reageren als je te dicht bij hun nest komt.

Wat echt fascinerend is aan deze vogels is hun navigatievermogen. Onderzoek wijst uit dat ze gebruikmaken van aardmagnetische velden om zich over enorme afstanden te oriënteren. Dit geeft ze de mogelijkheid om elk jaar weer precies dezelfde broedplaatsen op te zoeken, wat getuigt van buitengewoon instinct en geheugen.

Door veranderingen in klimaat en habitat staan Noordse sternen echter onder druk; niettemin blijven ze symbool staan voor globale verbondenheid door hun intercontinentale levenswijze. Hun aanpassingsvermogen zal bepalend zijn voor hoe goed zij deze uitdagingen kunnen trotseren.

Kenmerken van een Noordse stern

De Noordse stern staat bekend om zijn opvallende migratiepatronen. Hieronder beschrijf ik enkele unieke kenmerken van deze fascinerende vogel:

• Uiterlijk : De Noordse stern is te herkennen aan zijn slanke lichaam, lange vleugels en diepgeforkte staart. Zijn verenkleed is overwegend grijs tot wit met een kenmerkend zwart petje op het hoofd tijdens het broedseizoen.
• Grootte : Ze hebben een lengte van ongeveer 33 tot 36 cm en een spanwijdte tussen de 76 en 85 cm. Hun gewicht varieert meestal tussen de 90 en 120 gram.
• Geluid : Het geluid dat de Noordse stern maakt, is scherp en doordringend. Hun roep klinkt als ‘kirri-kirri’ of ‘kierik’ en is in de broedtijd vaak langs kustgebieden te horen.

Het voortplantingsgedrag van de Noordse stern is ook interessant:

• Nestgedrag : Ze nestelen vaak in kolonies op stranden of eilanden met weinig vegetatie. Het vrouwtje legt gemiddeld twee tot drie eieren per legsel.

Bijzonder aan deze vogels is hun vermogen om enorme afstanden af te leggen tijdens hun jaarlijkse trektocht:

• Migratieroute : De Noordse stern heeft de langste jaarlijkse migratieroute van alle dieren ter wereld. Ze kunnen wel meer dan 70.000 kilometer per jaar afleggen van hun broedgebieden in noordelijke gebieden naar hun overwinteringsgebieden in het zuidelijk halfrond.

Hun dieet bestaat voornamelijk uit visjes die ze vangen door vlak boven het wateroppervlak te zweven en vervolgens pijlsnel naar beneden duiken:

• Voedsel : Kleine visjes maken het grootste deel uit van hun dieet, maar ze eten ook schaaldieren en insecten.

Dit zijn slechts een paar kenmerken die de Noordse tern zo’n uitzonderlijke soort maken binnen de vogelwereld. Hun aanpassingsvermogen aan verschillende omgevingen toont echt hoe bijzonder deze trekvogels zijn!

Leefgebied van de Noordse stern

De Noordse stern staat bekend om zijn indrukwekkende migratieroutes. Deze vogelsoort heeft een uitgebreid leefgebied dat zich uitstrekt van de Arctische en sub-Arctische gebieden tot aan de randen van Antarctica. Tijdens het broedseizoen geven ze de voorkeur aan koude klimaten en nestelen ze in kolonies op rotsachtige eilanden en langs kustlijnen.

In de winter trekken Noordse sternen naar open zeeën in het zuidelijke halfrond. Hun jaarlijkse migratie kan meer dan 70,000 kilometer bedragen, waarmee ze elke twee jaar bijna de afstand van de aarde rond vliegen. Dit fenomeen maakt hen tot een van ‘s werelds meest reislustige vogels.

Het voedsel dat beschikbaar is in hun habitat speelt een cruciale rol bij deze lange trektochten. Ze zijn voornamelijk afhankelijk van kleine visjes en schaaldieren die ze duikend vangen. Door seizoensveranderingen volgen Noordse sternen vaak specifieke migratiepaden die hen leiden naar rijke voedselbronnen.

Ondanks hun brede verspreiding zijn er bedreigingen die het leefgebied van de Noordse stern beïnvloeden zoals klimaatverandering, vervuiling en verstoring door menselijke activiteiten. Bescherming van hun broedgebieden is daarom essentieel om deze soort te behouden.

Hieronder vind je wat statistieken over hun leefgebied:

• Broedgebied : De regio’s waarin zij nestelen tijdens het broedseizoen.
• Overwinteringsgebied : Gebieden waar zij overwinteren na hun lange migratie.

Door samen te werken met internationale natuurbeschermingsorganisaties kunnen we helpen om deze fascinerende vogels veilig te laten reizen tussen hun broed- en overwinteringsplekken.

Voeding van de Noordse stern

De Noordse stern staat bekend om zijn lange migratieroutes maar wat velen niet weten is dat zijn voedingspatroon minstens even indrukwekkend is. Dit kleine maar veerkrachtige vogeltje eet voornamelijk vis en zee-insecten die het met behulp van zijn scherpe zicht uit het water opduikt. Zijn jachttechniek is fascinerend; hij zweeft boven het wateroppervlak, speurt naar prooi en duikt dan pijlsnel naar beneden om deze te vangen.

• Visjes zoals haring en sprot vormen de hoofdmoot van hun dieet.
• Ook kleine krabben en garnalen staan regelmatig op het menu.
• Insecten worden soms in volle vlucht gevangen als een smakelijke snack.

Tijdens de broedperiode aan kustgebieden passen Noordse sternen hun dieet aan door meer lokale delicatessen toe te voegen. Ze kiezen dan vaak voor soorten die in overvloed beschikbaar zijn in ondiepe wateren dichtbij hun nestplaats. Deze strategische keuze helpt bij het maximaliseren van de energie-inname terwijl ze jonge sternen moeten voeden.

Wat betreft de technieken, Noordse sternen hebben verschillende manieren ontwikkeld om aan hun eten te komen. Soms werken ze samen met andere vogels om scholen vis naar oppervlakte te drijven waarbij ze gemakkelijker kunnen toeslaan. Andere keren blijven ze solo jagen, vertrouwend op hun snelheid en wendbaarheid.

Het is niet alleen de variëteit in hun maaltijden die indruk maakt maar ook hoeveel ze eten gezien hun formaat. Tijdens intensieve perioden zoals migratie of ouderlijke zorg kunnen ze tot wel 10% van hun lichaamsgewicht per dag consumeren! Hun metabolisme draait dus hoog tijdens deze periodes wat aantoont hoe cruciaal een rijke voedselvoorraad voor hen is.

Eén ding is zeker: hoewel de Noordse stern klein mag lijken heeft hij een groot hart én een grote appetijt!

Voortplanting en broedgedrag van de Noordse stern

De Noordse stern staat bekend om zijn opmerkelijke migratiepatronen, maar minstens zo fascinerend is het voortplantingsproces. Deze vogels kiezen vaak dezelfde partner voor meerdere broedseizoenen. Het baltsritueel is een intrigerende dans waarbij het mannetje visjes aanbiedt aan het vrouwtje als teken van zijn vermogen om voor nakomelingen te zorgen.

Zodra de paarvorming voltooid is, gaan ze over tot nestelen. Interessant genoeg bouwen Noordse sternen geen uitgebreide nesten – een klein kuiltje in de grond volstaat. Vaak kiezen ze plekken met een goed uitzicht op de directe omgeving, wat bescherming biedt tegen mogelijke roofdieren. De eieren worden in camouflagekleuren gelegd; hun gespikkelde patronen helpen bij het verbergen tussen rotsen en vegetatie.

• Nestlocatie : Open terrein of laagvegetatiegebieden
• Aantal eieren : Meestal twee tot drie
• Broedperiode : Ongeveer drie weken

Bijzonder is dat beide ouders betrokken zijn bij zowel het uitbroeden van de eieren als de verzorging van de jongen. Ze wisselen elkaar af met broeden en voedsel zoeken tot de kuikens groot genoeg zijn om zelfstandig te worden. De jonge sternen leren vliegen binnen drie weken en ontwikkelen snel hun overlevingsvaardigheden.

Alhoewel men zou verwachten dat deze periode een kwetsbare tijd is voor de Noordse stern, toont deze soort indrukwekkende verdedigingsstrategieën tegen predatoren. Volwassen vogels zijn niet bang om zich agressief te gedragen tegenover grotere roofdieren om hun nageslacht te beschermen; zo duiken zij soms zelfs op mensen die te dichtbij komen!

Het broedgedrag van de Noordse stern benadrukt hun sterke instinctieve drang naar overleving en voortzetting van hun soort – iets wat hen jaarlijks vele kilometers doet afleggen tussen broedgebieden en overwinteringsgebieden. Hun levenscyclus blijft een bron van bewondering voor ornithologen wereldwijd.

Bedreigingen voor de Noordse stern

De Noordse stern, bekend om zijn indrukwekkende migraties, staat voor diverse uitdagingen die zijn voortbestaan bedreigen. Klimaatverandering is een van de grootste bedreigingen; het veroorzaakt veranderingen in de ecosystemen waar deze vogels afhankelijk van zijn. Door opwarming van de aarde verschuiven bijvoorbeeld vispopulaties, wat direct invloed heeft op het voedselaanbod voor de Noordse stern.

Verlies van broedgebieden speelt ook een significante rol in hun overlevingskansen. De kustgebieden waar ze traditioneel nestelen worden steeds vaker aangetast door menselijke activiteiten zoals toerisme en stedelijke ontwikkeling. Daarnaast zorgen predatie door geïntroduceerde soorten zoals ratten en huiskatten op eilanden waar Noordse sterns broeden voor extra druk.

Vervuiling is een ander ernstig probleem dat impact heeft op deze vogelsoort. Plastic afval in zeeën en oceanen kan leiden tot verstrikking of inslikken door zowel volwassen exemplaren als kuikens. Bovendien kunnen olielekken hun verenkleed beschadigen, wat essentieel is voor isolatie en drijfvermogen tijdens lange vluchten.

Natuurlijke factoren zoals extreme weersomstandigheden kunnen ook negatieve gevolgen hebben voor de populatiegrootte van de Noordse sterns. Stormen en hoge waterstanden kunnen hele kolonies wegspoelen waardoor broedpogingen mislukken.

Hieronder volgt een tabel met relevante statistieken over bepaalde bedreigingen:

Let wel : bovenstaande cijfers dienen ter illustratie; actuele data kan variëren.

Door ons bewust te worden van deze bedreigingen kunnen we gerichte maatregelen treffen om deze prachtige vogelsoort te helpen beschermen. Het onderzoek naar effectieve beschermingsstrategieën gaat onophoudelijk door, maar actie is vereist nu meer dan ooit tevoren.

Bescherming van de Noordse stern

De Noordse stern staat bekend om z’n indrukwekkende migratieroutes, maar helaas brengt dit ook risico’s met zich mee. De bescherming van deze vogelsoort is dus cruciaal voor het behoud ervan. Hieronder volgen enkele maatregelen die worden genomen om de Noordse stern te beschermen:

• Habitatbescherming : Belangrijke broedgebieden worden aangewezen als beschermd gebied. Dit helpt verstoring door mensen te voorkomen en biedt een veilige plek voor de terns om hun jongen groot te brengen.
• Voorlichting en bewustmaking : Door lokale gemeenschappen in te lichten over het belang van deze vogels, wordt getracht menselijke activiteiten die schadelijk kunnen zijn te verminderen.
• Wetgeving : Er zijn internationale verdragen zoals de Bonn-conventie en de Afrikaans-Euraziatische Watervogelovereenkomst die richtlijnen geven voor de bescherming van trekvogels zoals de Noordse stern.

Initiatieven ter bescherming hebben al tot positieve resultaten geleid. Bijvoorbeeld:

Het is echter een uitdaging om alle risico’s aan te pakken gezien de lange afstanden die deze vogels afleggen. Klimaatverandering blijft bijvoorbeeld een grote bedreiging door veranderingen in trekpatronen en voedselbeschikbaarheid.

Door samenwerking tussen verschillende landen en organisaties blijft men stappen ondernemen om deze fascinerende trekvogel te ondersteunen. Zo krijgt iedere generatie weer kans om getuige te zijn van hun jaarlijkse reis over onze planeet.

De noordse stern is een opmerkelijke vogel die bekend staat om zijn lange migratieroutes. Mijn onderzoek heeft uitgewezen dat deze soort de hele wereld over reist van de Noordpool tot aan de Zuidpool. Hieronder vat ik mijn bevindingen samen:

• De noordse stern legt jaarlijks ongeveer 70.000 kilometer af tijdens zijn migratie.
• Dit dier is een ware overlever en past zich aan verschillende klimaten en omgevingen aan.
• Hun voortplantingsstrategie waarbij ze het licht van de zomer optimaal benutten door naar het hoge noorden te trekken is fascinerend.

Mijn analyse wijst erop dat hoewel deze vogels klein zijn, hun uithoudingsvermogen en vliegcapaciteiten enorm indrukwekkend zijn. Het is duidelijk dat de noordse stern een uniek wezen in onze natuurlijke wereld is.

Belangrijke aspecten van de noordse stern:

• Langeafstandsmigratie: Een kenmerkende eigenschap die bijdraagt aan hun survival.
• Aanpassingsvermogen: Ze kunnen overleven in diverse habitats, van open zee tot arctische gebieden.
• Voortplantingstactiek: Ze maken gebruik van continue daglicht tijdens het broedseizoen in poolgebieden.

Uit alles blijkt dat we nog veel kunnen leren van deze bijzondere soort. Hun levenswijze toont hoe dieren zich ontwikkelen om te gedijen onder extreme omstandigheden. Bescherming van hun leefgebied blijft essentieel voor het voortbestaan van de noordse stern, iets waar we allemaal een rol in spelen.

Tot slot wil ik benadrukken dat mijn passie voor ornithologie me altijd weer verrast met nieuwe ontdekkingen zoals die over de noordse stern. Ik hoop dat deze informatie je interesse gewekt heeft en mogelijk inspireert tot verdere verkenning of zelfs bescherming van dit wonder der natuur.

Laten we niet vergeten hoe belangrijk het is om onze natuurlijke wonderen zoals de noordse stern te koesteren en beschermen voor toekomstige generaties!

Neem gerust contact met me op als je meer wilt weten of discussiëren over dit intrigerende onderwerp!

© 2024 De Vogeltuin. All Rights Reserved.

Sign Up to Our Newsletter

Be the first to know the latest updates

Whoops, you're not connected to Mailchimp. You need to enter a valid Mailchimp API key.

Het daglicht achterna – zendertjes bieden inzicht in de indrukwekkende vliegroutes van noordse sternen

Ik ben pas van Londen naar North Carolina in de VS gevlogen, een vlucht van zo'n 6200 kilometer. Dat is een lachertje, het stelt helemaal niks voor vergeleken met de enorme afstanden die noordse sternen afleggen. Elk jaar maakt deze grootste reiziger in het dierenrijk een retourreis van zeventigduizend kilometer over de hele wereld, het daglicht achterna. De vogels brengen de zomer door in het zonovergoten noordpoolgebied en in de winter gaan ze naar het dan al even zonnige Antarctica. Deze topvliegers leggen gedurende hun dertig levensjaren ruim 2,4 miljoen kilometer af. Dat is evenveel als drie retourtjes naar de maan.

Dat de noordse sternen dergelijke marathonvluchten maken was al wel bekend, maar het bleek niet eenvoudig om te bepalen welke afstand ze nou precies afleggen tijdens hun trek. Dat wetenschappers het bij het verkeerde eind hadden, valt ze nauwelijks aan te rekenen. Ze waren afhankelijk van observaties op zee en het aantreffen van geringde vogels op verschillende plekken. Maar het kwam toch als een verrassing toen bekend werd hoe ver de bestaande schattingen ernaast zaten. De gedachte was dat de sternen zo'n veertigduizend kilometer per jaar vliegen. Dat blijkt een belediging voor de vogels te zijn: in werkelijkheid leggen ze bijna twee keer zo veel kilometer af.

Pas onlangs kon de werkelijke route in kaart worden gebracht, dankzij het gebruik van kleine zendertjes. Soortgelijke apparatuur verschafte eerder al inzicht in de vliegroutes van grotere zeevogels, zoals albatrossen, stormvogels en pijlstormvogels. Maar de zenders waren te groot en te lomp voor onderzoek naar kleinere vogels. Je krijgt geen goed beeld van de vliegcapaciteiten van een vogeltje van honderd gram als je hem uitrust met een apparaat van vierhonderd gram.

De trek richting het zuiden blijkt zwaarder dan de terugweg. Aan het eind van het broedseizoen vertrekken de vogels vanuit Groenland en IJsland richting het zuidwesten. Ze maken een tussenstop die eerder onbekend was. De locatie bevindt zich midden in de Noord-Atlantische Oceaan, waar het voedselrijke water uit het noorden samenkomt met de warmere, maar minder voedzame stromingen uit het zuiden. De sternen brengen daar rond augustus en september zo'n drie tot vier weken door, en laden zich op voor hun vlucht naar het zuidoosten, richting Afrika.

Ze volgen allemaal dezelfde route totdat ze bij de Kaapverdische eilanden komen, voor de westelijke uitstulping van Afrika. Daar splitsen ze op in twee groepen. De ene groep blijft langs de Afrikaanse kust vliegen. De andere steekt de Atlantische oceaan over, en volgt de bocht van Brazilië. Op ongeveer veertig graden zuiderbreedte veranderen beide groepen van koers. Waar ze eerst vooral richting het zuiden gingen, worden hun verplaatsingen nu onduidelijker, richting het oosten en het westen. Sommige komen zelfs bij de Indische Oceaan uit.

In november zijn ze allemaal op hun bestemming aangekomen. Ze doen er gemiddeld zo'n 93 dagen over, maar de snelste vogels arriveren binnen 69 dagen. En ze worden voor hun moeite beloond. De middernachtzon zorgt voor uitbundig licht aan de Antarctische kust, waardoor de sternen volop mogelijkheid hebben om zich tegoed te doen aan het krill en andere lekkernijen die het water ze te bieden heeft. Ze verblijven er enkele maanden. In de loop van april wordt het weer tijd om naar het noorden te gaan.

Deze reis verloopt directer. Weldoorvoed en met behulp van de gunstige windrichting, leggen de sternen maar liefst vijfhonderd kilometer per dag af. Ze doen er gemiddeld slechts veertig dagen over om weer terug te komen. Tijdens de terugtocht mijden ze de routes langs de kust, en vliegen ze over open water. Ze maken een denkbeeldige S in de lucht. Ze gaan richting de zuidwesthoek van Afrika, steken de Atlantische Oceaan over en maken dezelfde tussenstop in de Noord-Atlantische Oceaan als die ze op de heenweg maakten. In mei keren ze uitgeput terug in het noordpoolgebied en zijn ze klaar voor het broedseizoen.

De noordse stern is dan wel de begaafdste van de gevederde migranten, hij is bepaald niet de enige. Er zijn veel vogels die in het hoge noorden broeden en in de winter naar het zuiden afreizen. Maar dat soort trekvluchten zijn niet eenvoudig. Het zijn energie slurpende ultra-marathons, waarbij de vogels aan extreme weersomstandigheden worden blootgesteld. Veel vogels overleven de overtocht niet. Degene die dat wel doen, moeten zich staande zien te houden in de extreme weersomstandigheden van het noordpoolgebied en sterk genoeg zijn om er te broeden.

Waarom doen ze al die moeite? Er moeten enorme voordelen zitten aan de noordelijke bestemming, die opwegen tegen de aanzienlijke kosten. Eerdere studies leverden twee antwoorden op die vraag op: er leven minder parasieten op hogere breedtegraden, en door de langere dagen hebben de vogels meer tijd om aan voedsel te komen. Maar vogels zouden diezelfde voordelen ook hebben als ze zuidelijker halt zouden houden, in het subarctische gebied. Ze zouden dan minder ver hoeven te vliegen en kunnen broeden in een vriendelijker klimaat.

Laura McKinnnon van de Canadese Université du Quebec heeft nu een derde mogelijke verklaring gevonden voor de laatste ruk noordwaarts: het is er veiliger. McKinnon bekeek bij een onderzoek op het hele continent wat de invloed was van roofdieren. Ze plaatste ruimt 150o kunstnesten op broedplaatsen door heel Canada, vanaf het subarctische gebied op 53 graden noorderbreedte tot in het hoge noorden op 83 graden noorderbreedte.

Het bestuderen van de invloed van roofdieren is niet eenvoudig. Ouderdieren kunnen aan hongerige bekken ontkomen door een goede verdediging, door gebruik te maken van camouflage of door op gunstige momenten te broeden. Dergelijke variabelen sturen dit soort onderzoeken vaak in de war, maar dankzij de kunstnesten had McKinnon daar geen last van en kon zij zich concentreren op locatie, locatie en nog eens locatie.

Ze ontdekte dat de kans om te worden opgegeten kleiner is naarmate de vogels noordelijker broeden. Het verschil tussen de meest noordelijke en de meest zuidelijke broedplaats in het onderzoek bedroeg 29 graden. Dat bleek overeen te komen met een 65 procent lagere kans om ten prooi te vallen aan roofdieren. Dat is nogal wat voor een vogel. Maar is dat voordeel de extra energie die de verdere reis kost ook waard? Voor het beantwoorden van die vraag, is nader onderzoek nodig.

Referenties: Egevang et al. 2010. Tracking of Arctic terns Sterna paradisaea reveals longest animal migration. PNAS

Klimaatrampen kosten steeds meer geld. Wie moet dat betalen?

Een fotoverslag van de voedselcrisis in de Hoorn van Afrika

Bosbranden kunnen destructieve stormen een half continent verderop versterken

Het wonder van Kuku

4 eenvoudige manieren om je feestdagen milieuvriendelijker te maken| National Geographic

Oesters maken een comeback op menu's en in zee - voorlopig

Op zoek naar oliebronnen die methaan lekken, duiken onderzoekers in het verleden

India's energierevolutie: Waar India gaat, gaat het klimaat

In een belegerd Amazonegebied nemen de mensen camera’s ter hand om hun land te redden

Bezorgdheid over klimaat wijdverbreid onder jongeren

Hoe behoed je de reuzensequoia’s van Yosemite voor bosbranden? Met vuur.

Animal Diversity Web

• About Animal Names
• Educational Resources
• Special Collections
• Browse Animalia

More Information

Additional information.

• Encyclopedia of Life

Sterna paradisaea Arctic tern

Geographic Range

Circumpolar; nests on Northern European islands and peninsulas from Iceland to Northern Russia/Siberia, British Isles, Netherlands, Denmark, Sweden, the Baltic Nations, Northern Alaska, extreme of Northern Canada, Greenland, Newfoundland, and south along Atlantic Coast to Massachussetts; winters in S. Hemisphere in subantarctic and Antarctic waters of Atlantic, Pacific, and Indian Oceans.

• Biogeographic Regions

All terns live along seacoasts and around interior lakes and marshes.

• Terrestrial Biomes
• Aquatic Biomes
• lakes and ponds

Physical Description

Arctic terns are 14-17''(36-43 cm) long with a wingspread of 29-33''(74-84 cm). They are white with black caps and gray mantles, and a deeply-forked tail. In spring and summer, the entire bill is blood-red. Their legs are so short that the birds appear to be crouched when standing.

• Other Physical Features
• endothermic
• bilateral symmetry
• Average mass 100 g 3.52 oz AnAge

Reproduction

They nest in colonies defended by the males in the rocky or sandy beaches of the far north. The nest usually consists of a hollow in sand, gravel or moss. In June-July, 2-3 brown or greenish eggs with brown speckles are incubated for 21-22 days. Young fly about 21-28 days after hatching

• Key Reproductive Features
• iteroparous
• gonochoric/gonochoristic/dioecious (sexes separate)
• Average eggs per season 2 AnAge
• Average time to hatching 21 days AnAge

Lifespan/Longevity

• Average lifespan Status: wild 408 months Bird Banding Laboratory

Arctic terns walk with a mouse-like glide and utter a shrill "kee-kee" or "kee-kahr". Many migrate from the Arctic summer breeding grounds to Antarctica for a "second summer", making them the animal that sees the most sun. Terns are very sociable and nest in large colonies, which are not always in the same area each year. They are vigorous in defending their nesting colonies and are most successful in breeding when they nest close together. Tern courtship is performed through a "fish flight" by the male: after much aerial chasing and screaming, the male offers a small fish to the female. They can even scream with a fish in their mouths. Most terns mate for life.

• Key Behaviors

Communication and Perception

• Perception Channels

Food Habits

Arctic terns hover 30-40 feet over the water on beating wings and then dive suddenly into the water with a splash, often completely submerging to catch small fishes such as capelin, sand launae, sand eel, and small crustaceans.

Economic Importance for Humans: Positive

Once hunted for their feathers.

Conservation Status

Foxes, raccoons, weasels, rats, gulls, and other seabirds are all predators of terns and their eggs. Massive spraying of marshes with insecticides (DDT) for mosquito control has killed many terns through their consumption of DDT-laden minnows. In the last decade of the 19th century and in the first decade of the present one, plume hunters killed tens of thousands of terns for their plumage for women's hats.

• IUCN Red List Least Concern More information
• US Migratory Bird Act Protected
• US Federal List No special status
• CITES No special status
• State of Michigan List No special status

Contributors

Robin Street (author), University of Michigan-Ann Arbor.

living in the Nearctic biogeographic province, the northern part of the New World. This includes Greenland, the Canadian Arctic islands, and all of the North American as far south as the highlands of central Mexico.

living in the northern part of the Old World. In otherwords, Europe and Asia and northern Africa.

uses sound to communicate

having body symmetry such that the animal can be divided in one plane into two mirror-image halves. Animals with bilateral symmetry have dorsal and ventral sides, as well as anterior and posterior ends. Synapomorphy of the Bilateria.

uses smells or other chemicals to communicate

the nearshore aquatic habitats near a coast, or shoreline.

animals that use metabolically generated heat to regulate body temperature independently of ambient temperature. Endothermy is a synapomorphy of the Mammalia, although it may have arisen in a (now extinct) synapsid ancestor; the fossil record does not distinguish these possibilities. Convergent in birds.

forest biomes are dominated by trees, otherwise forest biomes can vary widely in amount of precipitation and seasonality.

offspring are produced in more than one group (litters, clutches, etc.) and across multiple seasons (or other periods hospitable to reproduction). Iteroparous animals must, by definition, survive over multiple seasons (or periodic condition changes).

having the capacity to move from one place to another.

the area in which the animal is naturally found, the region in which it is endemic.

reproduction in which eggs are released by the female; development of offspring occurs outside the mother's body.

reproduction that includes combining the genetic contribution of two individuals, a male and a female

uses touch to communicate

Coniferous or boreal forest, located in a band across northern North America, Europe, and Asia. This terrestrial biome also occurs at high elevations. Long, cold winters and short, wet summers. Few species of trees are present; these are primarily conifers that grow in dense stands with little undergrowth. Some deciduous trees also may be present.

A terrestrial biome with low, shrubby or mat-like vegetation found at extremely high latitudes or elevations, near the limit of plant growth. Soils usually subject to permafrost. Plant diversity is typically low and the growing season is short.

uses sight to communicate

Audubon Society Encyclopedia of North American Birds; Terres; Alfred A. Knopf: New York 1980.

The Animal Diversity Web team is excited to announce ADW Pocket Guides!

Read more...

Search in feature Taxon Information Contributor Galleries Topics Classification

• Explore Data @ Quaardvark
• Search Guide

Navigation Links

Classification.

• Kingdom Animalia animals Animalia: information (1) Animalia: pictures (22861) Animalia: specimens (7109) Animalia: sounds (722) Animalia: maps (42)
• Phylum Chordata chordates Chordata: information (1) Chordata: pictures (15213) Chordata: specimens (6829) Chordata: sounds (709)
• Subphylum Vertebrata vertebrates Vertebrata: information (1) Vertebrata: pictures (15168) Vertebrata: specimens (6827) Vertebrata: sounds (709)
• Class Aves birds Aves: information (1) Aves: pictures (7311) Aves: specimens (153) Aves: sounds (676)
• Order Charadriiformes shorebirds and relatives Charadriiformes: pictures (830) Charadriiformes: specimens (5) Charadriiformes: sounds (19)
• Family Laridae gulls, terns, and skimmers Laridae: pictures (298) Laridae: sounds (7)
• Genus Sterna typical terns Sterna: pictures (75)
• Species Sterna paradisaea Arctic tern Sterna paradisaea: information (1) Sterna paradisaea: pictures (7)

To cite this page: Street, R. 1999. "Sterna paradisaea" (On-line), Animal Diversity Web. Accessed May 22, 2024 at https://animaldiversity.org/accounts/Sterna_paradisaea/

Disclaimer: The Animal Diversity Web is an educational resource written largely by and for college students . ADW doesn't cover all species in the world, nor does it include all the latest scientific information about organisms we describe. Though we edit our accounts for accuracy, we cannot guarantee all information in those accounts. While ADW staff and contributors provide references to books and websites that we believe are reputable, we cannot necessarily endorse the contents of references beyond our control.

• U-M Gateway | U-M Museum of Zoology
• U-M Ecology and Evolutionary Biology
• © 2020 Regents of the University of Michigan
• Report Error / Comment

This material is based upon work supported by the National Science Foundation Grants DRL 0089283, DRL 0628151, DUE 0633095, DRL 0918590, and DUE 1122742. Additional support has come from the Marisla Foundation, UM College of Literature, Science, and the Arts, Museum of Zoology, and Information and Technology Services.

The ADW Team gratefully acknowledges their support.

• Skip to content
• Macaulay Library

Arctic Tern Sterna paradisaea Scientific name definitions

• LC Least Concern

Sign in to see your badges

Species names in all available languages

Sterna paradisaea pontoppidan, 1763, definitions, the key to scientific names.

• Search for definitions

Legend Overview

Account navigation, originally appeared in, content partner.

This content is available exclusively to Birds of the World subscribers. Sign in Learn more

• Non-Breeding

eBird and Macaulay Library

• 146,564 Observations
• 24,571 Photos
• 272 Recordings

Recommended Citation

Partnerships.

A global alliance of nature organizations working to document the natural history of all bird species at an unprecedented scale.

Noordse stern

Als een van de meest nomadische vogels op aarde, overzomeren deze zonminnende toeristen twee keer per jaar tijdens hun ambitieuze routes

Regio: Antarctica, Arctis

Bestemmingen: Zuidpoolcirkel, Zuidelijke Orkneyeilanden, Antarctisch Schiereiland, Zuidelijke Shetlandeilanden, Rosszee, Weddellzee, Groenland, Spitsbergen, Jan Mayen, Falklandeilanden, Zuid-Georgia, IJsland

Naam : Noordse stern ( Sterna paradisaea )

Lengte:  25 tot 40 cm

Vleugelwijdte:  65 - 75 cm

Gewicht : 85 tot 125 gram

Verspreidingsgebied : Reizen van het noordpoolgebied naar zuidpoolgebied en terug.

Beschermingsstatus : Niet bedreigd.

Dieet : Kleine vissen, schaal- en schelpdieren.

Uiterlijk : Grijs en wit met een zwarte ‘pet’ op hun kop, een rode snavel.

Hoe voeden Noordse sternen zich?

Noordse sternen voeden zich door ‘duikvluchten’ uit te voeren op kleine prooien in het water.

Zijn Noordse sternen sociaal?

Noordse sternen leven in grote kolonies. De roep van de Noordse stern kan enorm variëren en heeft dan ook verschillende sociale functies. Zo is er bijvoorbeeld identificatie roep maar ook een speciale roep wanneer ze zich bedreigd voelen.

Hoe snel vlieg de Noordse stern?

Noordse sternen vliegen aan ongeveer 35 tot 40 km per uur.

Hoe planten Noordse sternen zich voort?

Noordse sternen zijn seksueel volwassen wanneer ze ongeveer 3 jaar oud zijn, waarna ze iedere 3 jaar nestelen. Ze vormen paartjes voor het leven en keren elk jaar terug naar dezelfde kolonie. De paringsrituelen beginnen met de vrouwtjes die de mannetjesdieren in de lucht opjagen - dit staat bekend als de ‘hoogtevlucht’ - waarna het paar langzaam terug naar de grond afdaalt. Vervolgens brengen de mannetjes geschenken in de vorm van vis, die ze jagen tijdens de zogenaamde ‘visvlucht’. Als dit goed gaat verplaatst de hofmakerij zich naar de grond waar ze met de vleugels wijd open paraderen en pronken.

Na paring wordt een nest gebouwd in een kleine holte of verzakking in de grond. De mannetjes blijven dan ook nog vis aandragen voor de vrouwtjes. De vrouwtjes leggen maximaal 3 eieren, gemiddeld 2. 

Noordse sternen verdedigen hun nesten met een enorme felheid en vallen daarbij bijvoorbeeld vossen, IJsberen maar ook mensen aan door naar de hoofden te duiken en te pikken. Ze zijn daarbij zo succesvol dat andere vogelsoorten soms van dit agressieve gedrag gebruik maken en hun eigen nesten in de nabijheid van de stern bouwen. 

Beide ouders wisselen het uitbroeden van de eieren af. De eieren komen na 3 of 4 weken uit. De ouders voeren daarna vis aan en brengen steeds grotere stukken totdat de kuikens zichzelf kunnen voeden. 

Na ongeveer een maand leren de kuikens zelf te ‘duik” vissen.

Hoe oud worden Noordse sternen?

Noordse sternen leven gemiddeld 20 tot 30 jaar, in het wild

Hoeveel Noordse sternen zijn er vandaag de dag?

Wetlands International schatte de populatie in 2015 op meer dan 2.000.000 individuele noordse sterns, maar er wordt aangenomen dat de populatie afneemt.

Hebben Noordse sternen natuurlijke vijanden?

Eieren, kuikens en volwassen noordse sterns die op de grond nestelen, zijn kwetsbaar voor vossen, katten en grote vogels zoals jagers, meeuwen en stormvogels.

Zeven interessante feiten over Noordse sternen

• Noordse sternen hebben een van langste trekroutes van alle dieren. Noordse sternen die in Nederland nesten kunnen meer dan 90.000 km in een jaar afleggen.
• Noordse sternen zullen tijdens hun leven naar schatting zo’n 2.400.000 km afleggen. Dat is evenveel als drie keer een reis naar de maan.
• Door de wereldomspannende migratieroute van de Noordse stern beleeft deze twee zomers per jaar. Ze zien daardoor het meeste daglicht van alle dieren in de wereld.
• Net voor een kolonie Noordse sternen aan een massale vlucht begint worden ze stil. Dit stille moment wordt in het Engels ‘dread’ genoemd (angstaanjagend).
• Noordse sterns zijn niet de hele migratieroute bezig met het flapperen van hun vleugels, maar zweven in plaats daarvan een groot deel van de tijd. Het zijn zulke goede zwevers dat ze zelfs kunnen slapen terwijl ze zweven.
• Noordse sternen zijn net als de kolibrie een van de weinige vogelsoorten die op één punt in de lucht kunnen blijven hangen.
• Noordse sternen nemen niet de meest directe route van het noordpoolgebied naar het zuidpoolgebied. Ze maken lange omwegen om onderweg goede voedselgebieden te vinden of om slechte weersomstandigheden te mijden. 

7 foto's van deze Noordse stern in de galerij »

Gerelateerde reizen

Noord Spitsbergen, Arctische lente, Hike & Ski & Sail

Verken de kusten en zeeën van een verbazingwekkend Arctisch eiland

RVR04-24 Aan het einde van de lange Arctische winter zit het voorjaar al in de lucht. Hoewel het klimaat nog volop winters is (met sneeuw bedekte bergen en kustgebieden, met temperaturen van rond de -10 graden Celsius) zijn veel pooldieren al aanwezig. Het is...

s/v Rembrandt van Rijn

22 mei - 29 mei, 2024

Ligplaatsen starten vanaf:

op aanvraag

Rond Spitsbergen - In het gebied van de ijsbeer en ijs

Een complete Circumnavigatie van Spitsbergen

HDS05-24 Ga mee op poolexpeditie tijdens een expeditiecruise rond Spitsbergen. Deze bijzondere expeditie biedt de kans om het unieke poollandschap te aanschouwen en om pooldieren in hun natuurlijke habitat te zien: walvissen, Walrussen, zeehonden, Poolvossen,...

m/v Hondius

24 jun. - 3 jul., 2024

HDS06-24 Ga mee op poolexpeditie tijdens een expeditiecruise rond Spitsbergen. Deze bijzondere expeditie biedt de kans om het unieke poollandschap te aanschouwen en om pooldieren in hun natuurlijke habitat te zien: walvissen, Walrussen, zeehonden, Poolvossen,...

3 jul. - 12 jul., 2024

PLA06-24 Ga mee op poolexpeditie tijdens een expeditiecruise rond Spitsbergen. Deze bijzondere expeditie biedt de kans om het unieke poollandschap te aanschouwen en om pooldieren in hun natuurlijke habitat te zien: walvissen, Walrussen, zeehonden, Poolvossen,...

m/v Plancius

4 jul. - 13 jul., 2024

OTL06-24 Ga mee op poolexpeditie tijdens een expeditiecruise rond Spitsbergen. Deze bijzondere expeditie biedt de kans om het unieke poollandschap te aanschouwen en om pooldieren in hun natuurlijke habitat te zien: walvissen, Walrussen, zeehonden, Poolvossen,...

m/v Ortelius

10 jul. - 19 jul., 2024

We hebben 26 reizen

Nieuw: online cursus Uilen in Nederland

In mijn tuin

• Vogels voeren
• Tuininrichting
• Tuinadvies nodig?
• Tuinvogels herkennen
• Vogelvriendelijke schoolpleinen
• Nationale Tuinvogeltelling
• Tuintelling

Kijk hoe je van je tuin een vogelparadijs maakt

Online cursus Tuinvogels in Nederland. Doe mee!

Doe de postcodevogelcheck! En ontvang leuke tuintips.

• Periodiek schenken
• Grote giften
• Fondsen & partners
• Kom zelf in actie

Word vrijwilliger

• Jouw inzameling
• Tuin, erf & huis
• Kijkers voor Kijkers
• IJsvogelfonds

Geef voor de huismus

Wat wij doen

• Natuurgebieden
• Onze boerenlandvogels
• Onze stadsvogels
• Internationaal
• Basiskwaliteit Natuur

In de buurt

• Beschermingsproject
• Stadsvogeladviseur
• WetlandWacht
• Boerenlandvogelboer
• Vogelwerkgroep
• Zoek in uw buurt

Vogels en de wet

• Wet- en regelgeving
• Soortbescherming
• Gebiedsbescherming
• Veelgestelde vragen

Ook jouw gemeente vogelvriendelijk

• Contactgegevens
• Lidmaatschappen
• Veelgestelde vogelvragen
• Adres en route

Neem online contact met ons op.

Kom naar onze winkel in Zeist.

Veelgestelde vragen over vogels.

Heb je een vraag? Neem contact met ons op.

Deel deze pagina

Door Gert Ottens Medewerker Vogelbescherming

Verschillen tussen de ‘noordse dief’

Geplaatst op 6 september 2018

Van de twee soorten is de visdief verreweg de meeste algemene broedvogel. Visdieven kunnen in de periode april-oktober in vrijwel het hele land worden aangetroffen. Het is een vrij talrijke broedvogel (ca. 15.000 broedparen) van plassen, kusten, en allerlei braakliggende terreinen en platte daken. Overal waar ze in een waterrijke omgeving veilig kunnen broeden, zijn hun broedkolonies wel te vinden.

Helaas is de noordse stern veel zeldzamer. De ca. 1.000 broedparen zijn ook nog beperkt tot een klein aantal gebieden, vooral op strandvlaktes en zandplaten in het Waddengebied en een veel kleinere populatie in de Delta. Hierdoor prijkt de noordse stern helaas op de Rode Lijst van bedreigde broedvogels.

Naast broedvogels zijn van beide soorten in ons land ook veel vogels tijdens de trek te zien, in maart-mei en augustus-oktober, en dan vooral langs de kust (want noordse sterns zijn zeldzaam in het binnenland).

Zomerkleed: snavels en pootjes

Volwassen visdieven en noordse sterns zijn in het broedseizoen relatief makkelijk te onderscheiden. Beide zijn weliswaar grijs van boven en licht van onderen, met een zwarte kopkap, rode snavel en rode pootjes. Maar bij de visdief is de snavel langer – iets naar beneden gebogen – en oranjerood met meestal een zwarte punt. De snavel van de noordse stern is korter en bloedrood zonder zwarte punt, en de pootjes zijn duidelijker korter dan bij de visdief. Daardoor oogt de noordse stern kleiner.

De staart van de ‘noordsen’ is langer: deze steekt als u ze ziet zitten meestal voorbij de vleugelpunten (vooral bij de mannetjes) en bij visdief niet. Ten slotte is de visdief vaak lichter van onderen dan de noordse stern (die ook iets donkerder is van boven), maar dat is niet altijd duidelijk te zien.

Let op de handpennen in vlucht

Maar meestal worden de vogels (langs)vliegend gezien, en dan zijn de hierboven beschreven kenmerken niet altijd goed waarneembaar. Let dan vooral op de handpennen, de buitenste slagpennen die de vleugelpunt vormen (zie onderstaande foto).

Bij noordse stern zijn deze van onder doorschijnend met een sterk contrasterende, smalle (maar strakke) zwarte rand. Visdieven laten een meer diffuse donkere rand aan de handpennen zien en bovendien zijn alleen de binnenste handpennen doorschijnend. Bij visdieven is daarnaast een opvallende donkere wig te zien op de ‘bovenhand’. Noordse sterns hebben een effen lichtgrijze ‘hand’ van boven.

Daarnaast vliegen noordse sterns sierlijker dan visdieven, met dansende op-en-neer gaande bewegingen. Visdieven hebben een directere vlucht.

Winterkleed, dus visdief

Beide soorten brengen de winter door op het zuidelijk halfrond, maar verschillen in rui kunnen vanaf de late zomer helpen bij de determinatie. Want volwassen visdieven ruien dan al naar hun winterkleed. Dit is te zien doordat de snavel donkerder wordt, het voorhoofd wit en de vleugelboeg (de voorste rand van de vleugels) donker is. En doordat ze nu actief hun vleugel- en staartpennen ruien is dit ook in vlucht zichtbaar, de staart is kort en de bovenvleugels zien er wat rommelig uit.

Noordse sterns ruien normaliter pas in hun wintergebieden. Dus een adulte ‘noordse dief’ in het najaar met bovengenoemde kenmerken is vrijwel altijd een visdief, want noordse sterns in het najaar zijn eigenlijk nog in zomerkleed (met soms al wel een begin van een zwarte snavel en/of een wit voorhoofd).

Jonge vogels

Momenteel vliegen er van de beide sterns ook juvenielen rond, dus de uitgevlogen jongen van eerder dit jaar. Ook die verschillen op subtiele manieren van elkaar.

De belangrijkste verschillen zijn zichtbaar op de bovenvleugels. Bij noordse zijn de armpennen (de binnenste slagpennen; zie onderstaande foto) witachtig en vormen een witte driehoek op de achtervleugel. Bij visdief is dat (donker)grijs. Ook is de vleugelboeg donkerder en breder bij visdief, smaller en vaak meer diffuus bij noordse stern.

De meeste jonge vogels blijven tijdens hun eerste zomer in de antarctische winterkwartieren, maar bij uitzondering zijn ze hier wel te zien. Om het  niet te compliceren, blijven deze vogels hier buiten beschouwing.

Oefening baart kunst

Toegegeven, de hierboven genoemde verschillen zijn soms subtiel en het zal zeker in het begin moeite kosten om ze te zien. Maar oefening baart kunst, en de vogels fotograferen kan helpen bij de determinatie (achteraf). Daarnaast is de visdief bijna overal in Nederland wel te zien in het zomerhalfjaar, dus door jezelf eerst goed bekend te maken met deze soort, zal een evt. noordse stern vervolgens eerder opvallen.

Later meer sterns…

Determinatie-vragen die de overige sterns (reuzen-, lach-, dwerg- en grote, en de moerassterns) oproepen, komen op een ander moment aan bod. Dus wordt vervolgd!

Nationale Kijkerweek

Begin het buitenseizoen goed! Tijdens de Nationale Kijkerweek krijg je op alle optiek van ons eigen merk 10% korting. Leden van Vogelbescherming krijgen korting bovenop de ledenkorting. Hét moment om een verrekijker aan te schaffen.

Bekijk de aanbiedingen

Vogelboeken en -gidsen

Ben je op zoek naar een goed boek over vogels of de natuur? Vogelbescherming heeft een uitgebreid en gevarieerd aanbod in onze winkel en onze webshop. 

Bestel en help de vogels

Deel dit bericht

Gerelateerde items.

• Skip to content

The Cornell Lab of Ornithology builds the eBird global platform for communities and partners around the world to advance data-driven science, education, and conservation.

• Charadriiformes

Noordse Stern Sterna paradisaea

Sign in to see your badges

Identification

Elegant seabird with extremely long wings and forked tail. Adults are pale gray with white cheek, black cap, and red bill and legs. Very similar to Common Tern; note shorter bill, shorter legs, gray belly, and paler gray wingtips with very limited dark tips. Young birds show partial black cap and black bill and legs; look for pale gray wingtips and stubbier legs to separate from Common Tern. Rarely seen away from breeding grounds on coastal islands or small ponds in the Arctic tundra. Migrates offshore, heading for wintering grounds in Southern Hemisphere.

Exotic species

Exotic species flags differentiate locally introduced species from native species.

Naturalized : Exotic population is self-sustaining, breeding in the wild, persisting for many years, and not maintained through ongoing releases (including vagrants from Naturalized populations). These count in official eBird totals and, where applicable, have been accepted by regional bird records committee(s).

Provisional : Either: 1) member of exotic population that is breeding in the wild, self-propagating, and has persisted for multiple years, but not yet Naturalized; 2) rarity of uncertain provenance, with natural vagrancy or captive provenance both considered plausible. When applicable, eBird generally defers to bird records committees for records formally considered to be of "uncertain provenance". Provisional species count in official eBird totals.

Escapee : Exotic species known or suspected to be escaped or released, including those that have bred but don't yet fulfill the criteria for Provisional. Escapee exotics do not count in official eBird totals.

• AI Generator

2 Noordse Stern Stock Photos & High-Res Pictures

Browse 2 noordse stern photos and images available, or start a new search to explore more photos and images..

Noordse Stern - Sterna paradisaea

De noordse stern broedt vooral in arctische streken en overwintert in het zuidpoolgebied, vijftien- tot twintigduizend kilometer vliegen van de broedplaats. En in het voorjaar leggen ze die afstand nog een keer af. Per jaar vliegt een noordse stern (alleen al op trek) de wereld rond. Daarmee zijn ze als de kampioenen onder de trekvogels. Nederland ligt aan de zuidgrens van het Europese broedgebied.

Lijkt sterk op visdief maar is te herkennen aan een aantal kenmerken. De snavel heeft meestal geen zwarte punt en z'n pootjes zijn wat korter. Verder is de kop, snavel en hals iets korter, en de staart juist wat langer; langer dan de vleugels. De noordse stern is ook wat grijzer van onderen. Verder zijn de vleugels iets smaller. Van onder gezien zijn alle handpennen doorschijnend. Bij de visdief alleen de binnenste handpennen. Duikt getrapt biddend in het water. Juveniele vogels in vlucht het best te onderscheiden aan witte driehoek op achtervleugel.

Hoger en pittiger dan dat van visdief

Bron: Vogelbescherming Nederland

noordse stern

• 1.1 Alternative forms
• 1.2 Pronunciation
• 1.3.1 Derived terms
• 1.4 Further reading

Dutch [ edit ]

Alternative forms [ edit ]

• Noordse stern

Pronunciation [ edit ]

Noun [ edit ].

noordse stern   m ( plural noordse sterns or noordse sternen , diminutive noords sterntje   n )

• The arctic tern , Sterna paradisaea

Derived terms [ edit ]

• noordse dief

Further reading [ edit ]

• Dutch terms with audio links
• Dutch lemmas
• Dutch nouns
• Dutch nouns with plural in -s
• Dutch nouns with plural in -en
• Dutch multiword terms
• Dutch masculine nouns

Navigation menu